Vleermuistelling in de Bartholomeüskerk 2018

Vleermuistelling in de Bartholomeüskerk 2018.

Een bericht van Klarissa Nienhuys, coördinator  van de Stichting Vleermuizenwerkgroep Groningen en Bernard van de Beek.

Het CBS houdt bij op welke plaatsen precies in de winter en wanneer welke vleermuizen aangetroffen worden. Daarvoor moeten de tellingen onder leiding van een bekwame telleider worden uitgevoerd in een aangewezen periode, in elk geval voor medio februari. Ook dit jaar vond de telling plaats in de Bartholomeüskerk.

Omdat vleermuizen in de winterperiode vrijwel op de zelfde plaats blijven, geven alle waarnemingen samen een indicatie over de stand van zaken voor verschillende vleermuis soorten. Uiteraard na statistische correcties.

Vleermuizen hebben niets te eten in de winter. Dat soort dieren heeft maar twee mogelijkheden: of naar een warm land vliegen waar wel te eten is (zwaluwen) of in winterslaap gaan. Sommige vleermuizen vliegen in de herfst wel honderden kilometers naar het zuiden en naar plaatsen waar het ’s winters veel minder hard vriest dan in de eigen omgeving en gaan daar in winterslaap. Zo is bekend dat sommige uit Groningen/Friesland naar de grotten bij Maastricht verhuizen voor de winterslaap.

In de winterslaap zakt de temperatuur van het beestje tot die van de omgeving mits boven het vriespunt en de hartslag en ademhaling worden extreem langzaam. Om uit de winterslaap wakker te kunnen worden en weer te kunnen vliegen, kost gauw een kwartier. Vleermuizen zijn dus heel kwetsbaar voor dieren met klauwen die wel een hapje zoogdier lusten. Zelfs muizen eten vleermuizen, als ze er bij kunnen in de winter! Ook zijn ze kwetsbaar voor uitdroging. Daarom kruipen vleermuizen vaak diep weg, buiten het bereik van zulke dieren, in spleten, vooral in spleten van “vochtige” stenen van dikke kerkmuren en tussen deze muren en dakbalken. Als het harder gaat vriezen kruipen ze dieper weg.

Dan zijn ze voor de tellers moeilijker te vinden!

 

De Bartholomeüskerk had dit jaar een goede score dit jaar

Op de zolderverdieping werden maar liefst 22 vleermuizen gespot.

Twee Laatvliegers achterin boven het koor (deze soort overwintert vaak alleen of met zijn tweeën bij elkaar).

Twaalf Gewone Dwergvleermuizen in het grootste deel achterin boven het koor in diepe kieren/voegen steen en een kleiner deel tussen de balken in de houtverbindingen van het schip. Deze soort overwintert vaak in grote aantallen bij elkaar, bijvoorbeeld in de toren bij de der Aa kerk in Groningen.

Drie Ruige Dwergvleermuizen zitten zowel achterin het koor in diepe kieren/voegen als tussen de balken van het schip in houtverbindingen.

Twee Dwergvleermuizen waarvan de soort (zie boven) niet kon worden vastgesteld achter in het koor in diepe kieren/voegen.

Twee Baardvleermuizen: één achter een houtplaat in het schip, de andere achter een balk in het koorgedeelte.

Eén myoot, soort niet nader te identificeren,  heel hoog in de muur tussen schip en koor.

 

In totaal totaal 22 vleermuizen! Voor vleermuizen is het dus lekker toeven in de oude kerk.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *